THE SOUL REBELS - PEER - 14/07/12

Artiest info
Website  
 

PEER – 14/07/12

recensie

 

Jaren geleden richtten Lumar Leblanc en Derrick Moss  'The Soul Rebels' op. Ze wilden de brassband-traditie van New Orleans naar de rest van de wereld exporteren, en dus mixten ze hun geluid met funk, hiphop, rap en jazz. Onlangs brachten ze de cd 'Unlock Your Mind' uit. Het schijfje staat bol van het plezier, maar er is ook tijd voor zelfreflectie en dankbaarheid. Momenteel bestaat de groep uit 8 enthousiaste en heel bekwame muzikanten. Ze hebben net een tournee door Europa voltooid, die hen op 14 juli van Munchen naar Peer bracht. 30 minuten voor showtime arriveerden ze... Na hun energiek en bruisend optreden, waarbij men niks van de vermoeidheid kon merken, zaten we we samen met Derrick Moss, Lumar Leblanc en Paul Robertson om te praten over jazz, New Orleans, Katrina. En de moed en de wil om er altijd voor te gaan.

De hele groep is afkomstig uit New Orleans, maar wie zijn eigenlijk de stichters?
Derrick Moss – Lumar Leblanc en ik. Wij zijn de enigen van de originele groep, alle anderen zijn er op andere tijdstippen bijgekomen. Deze bezetting bestaat nog maar een goed jaar.

Was het moeilijk om gelijkgestemde zielen te vinden, of groeide dat vanzelf?
Derrick Moss – Het was best moeilijk, omdat wij niet dezelfde muziek spelen als andere brassbands.  En dus is het voor de muzikanten niet altijd gemakkelijk zich te integreren in de groep. Wij spelen al eens in toonaarden die zelden gebruikt worden. De muzikanten die nu in de Soul Rebels zitten, kennen hun instrument echt wel van binnen en van buiten.

Ik heb juist jullie show gezien, en jullie spelen altijd heel lange nummers, niet zomaar 3 tot 4 minuten, maar 10 minuten of langer. Waar vinden jullie de energie?
Derrick Moss – Wel, de muziek doet voor mij, wat hij ook voor jou doet. Hij geeft energie. Ook al ben ik moe, eens ik op het podium sta, verandert er iets in mijn lichaam. Ik heb geen zorgen meer, ik denk alleen nog maar aan de muziek. Ik amuseer me. En dan vliegt de tijd. Ik dans zelfs op mijn eigen liedjes.
Achteraf is er tijd genoeg om moe of ziek te zijn. 
Paul Robertson (trombone) – Da's hetzelfde voor mij, de muziek zélf geeft energie. En als je het al een tijdje doet, dan ben je erin getraind.

Door hiphip, soul en rap bij jullie sound te voegen, trekken jullie ook een jonger publiek aan.
Lumar Leblanc – Zeker en vast! Onze muziek is er voor jong én oud. We proberen zo commercieel en succesvol mogelijk te zijn. Wij zijn allemaal bezeten van ons instrument, en zien niet echt heil in het 'electroniseren' van de muziek. Daarmee bedoel ik dat we allemaal echte instrumenten gebruiken, ipv een computerprogramma. Wij zijn échte mensen die échte instrumenten bespelen. We proberen ook muziek te spelen die jong en oud kan verbinden, we willen niet discrimeren op basis van leeftijd.

De cover van 'Sweet dreams' klinkt heel upbeat en levendig, daar waar het origineel zweveriger was. Was het moeilijk om een eigen interpretatie te vinden?
Derrick Moss – Vroeger, toen we nog allemaal op school zaten en in marching bands speelden, hebben we dat lied leren spelen. Het was dus niet zo moeilijk om een eigen versie te maken. Sommigen van de groep zijn zelfs oud genoeg om zich het origineel te herinneren (lacht).
We hebben geprobeerd het lied volledig naar onze hand te zetten. Want wanneer wij iets coveren, dan maken we er een echte, eigen, 'Rebel' versie van. Helemaal anders dan het origineel. 

Is dat niet de essentie van het coveren, er je eigen versie van maken?
Derrick Moss – Inderdaad, wanneer wij een cover doen, moet die zo goed zijn als het origineel. Of, als het kan, beter.

In 'I made it' klinkt heel wat triomf door, maar soms lijkt het alsof jullie zich verontschuldigen omdat jullie 'gearriveerd' zijn. Klopt dat?
Lumar Leblanc – Het overwinnen van tegenslag, daar gaat dat lied eigenlijk over. Niet alleen in de muziek, maar ook in het leven. Er zit een zekere symboliek van triomf en overwinning in. We hebben er een hiphop beat op gezet, en ook nog enkele speciale effecten, waardoor het af en toe wat plechtig klinkt. 'I made it' werd door Julian Gosin geschreven, hij is één van de nieuwelingen in de groep. 
Derrick Moss  - Hij komt van een andere band, en zit nu twee jaar bij ons.
Soms is het een  gevecht om onze boodschap goed over te brengen, want we hebben geen gitarist of pianist. Het was niet gemakkelijk om te evolueren van een straatgroep tot een hoofdact op een festival. Vroeger kende niemand ons, en wandelden we tussen het publiek door. Nu staan we op een podium. Voor mij is dat de betekenis van 'I made it'. Ik heb het gemaakt, ik kom van de straat, en nu sta ik op het podium, tussen andere grote namen.    

Hoe hebben jullie Scott Billington leren kennen?
Lumar Leblanc – Scott is helemaal bezeten van New Orleans-muziek. Ik vermoed dat hij lang geleden voor die muziek gevallen is. Hij is verantwoordelijk voor heel wat historische opnames, zoals de Dirty Dozen en Rebirth. Toen die albums uitkwamen, zat ik nog in het middelbaar, en Paul hier was nog maar een baby (lacht). Ik veronderstel dat Scott in de Soul Rebels een vernieuwende vorm van die typische New Orleans muziek zag. Hij heeft echt het beste uit ons gehaald.

In het boekje van de cd bedanken jullie God en de Schepper. Ik vermoed dat jullie niet zo'n goed ervaringen hadden na Katrina. Hoe blijven jullie toch positief, waar putten jullie kracht uit?
Derrick Moss – Je hebt geen keuze. Wanneer je middenin een crisissituatie zit, in het leven, of door een natuurramp, dan moet je gewoon verder doen. Elke dag gebeurt er wel ergens ter wereld een natuurramp. En  toen, die dag, was het ons beurt. En dan heb je geen keuze, ofwel blijf je sterk, ofwel verdwijn je. En wij hebben geopteerd om te overleven. 

Omdat dat de enige optie is?

Derrick Moss – Dat is ook zo. Na de eerste schok realiseer je je: 'ik ben er nog'. En ook al hebben we écht alles wat we hadden, verloren, het zijn alleen maar dingen, en dingen kunnen vervangen worden. Dat is een grote levenles: weten dat je alles wat je hebt, kan verliezen, behalve je leven, en het achteraf dubbel en dik terugkrijgen. En nu weet: als het nog eens gebeurd, kan ik het aan. Ik begin gewoon helemaal opnieuw. En ik zal terugkomen.

Woont iedereen terug in New Orleans?
Derrick – iedereen, behalve Lumar en Marcus (trompetspeler). Zij wonen beiden in Houston.
Paul Robertson – Wel ik woon nog steeds in Kenner, Louisiana. Maar da's vlakbij New Orleans.
Lumar Leblanc – Mijn oudste zoon woont nog in de stad. We proberen nog steeds de eindjes aan elkaar te knopen, want het was een gruwelijke ervaring. Ik vermoed dat de muziek ons op de been houdt. Er waren zoveel mensen, van over heel de wereld, die ons na Katrina geholpen hebben. Ook heel wat bekende mensen, acteurs, muzikanten, die benefieten voor de stad organiseerden. Al deze inspanningen hebben we enorm geapprecieerd. We bedanken iedereen omdat ze toen niet weggekeken hebben. 

Hoe zijn jullie in 'Treme' terechtgekomen?
Lumar Leblanc – 'Treme' speelt zich voornamelijk af in één bepaalde wijk (6th ward). Die wijk is ook één van de meest populaire, dankzij de muziek en de cultuur. New Orleans heeft zoveel te bieden, maar de producers hebben zich op één wijk geconcentreerd. En omdat we een brassband uit New Orleans zijn, konden ze moeilijk langs ons heen. We waren daar heel blij mee.
'Treme' probeert de cultuur in New Orleans zo authentiek mogelijk te portretteren, de goede én slechte kanten.

Hoe voelt het om jullie muziek te brengen voor een publiek dat niet altijd weet waar New Orleans voor staat, laat staan 7th ward?

Derrick Moss – Daar zijn we heel gerust in. Wij klinken niet als alle andere brassbands, en dat heeft een reden. We wilden doorbreken, bekend worden in de hele wereld, en niet alleen voor de mensen in New Orleans spelen.
Vele brassbands in New Orleans spelen enkel die typische New Orleans-muziek, maar buiten de stad zijn ze onbekend. Dus, als je ergens anders bekend wil worden, moet je veranderen. Want anders zal het publiek het niet begrijpen. Daarom spelen wij dus 'Sweet Dreams' en andere universele muziek, zodat de wereld die kan herkennen. Zo leren ze ons kennen, en van ons houden. En eens het zover is, kunnen we met hen doen wat we willen (lacht).

Er zijn heel wat gastmuzikanten op de cd, zoals Cyril Neville, of Trombone Shorty. Zijn deze mensen vrienden?
Derrick Moss – Inderdaad! We kennen die mensen al ons hele leven, we hoorden hun muziek toen we opgroeiden. En later, als muzikant, speelden we in dezelfde zalen of op dezelfde festivals. Cyril Neville is heel belangrijk voor de Soul Rebels, want hij gaf ons onze naam. Eén van de eerste leden van de groep was nl. een neef van Cyril Neville.
Trombone Shorty kennen we al van toen hij klein was. Ik denk dat hij 7 of 8 was, toen hij naar ons kwam kijken, samen met zijn trombone. Het instrument was groter dan hem toen! En de eerste club waar we speelden, was bij de moeder van Trombone Shorty. Zij gaf ons een kans. En de jongen lette heel goed op, en kijk nu eens, nu is hij dé man in New Orleans, en we zijn heel trots op hem.

Kathy Van Peteghem

'Bedankt Marcie voor je mooie bijdrage aan dit interview.'